Basisonderwijs - Bovenbouw

Kinderen kiezen zélf leerdoelen die voor hen een haalbare uitdaging zijn. Dat vereist geschikte materialen, samenwerken met medeleerlingen en de hulp van de leerkracht. Voeding Toen en Nu biedt een leeromgeving waarin dat mogelijk is.

Update van de links april 2020

Voeding is belangrijk in het leven van kinderen. Hoeveel voedsel er is en hoe we aan dat voedsel komen, is sterk veranderd in onze geschiedenis. Die veranderingen hebben grote invloed gehad op onze manier van leven en op onze leefomgeving. Voeding Toen en Nu gaat over al deze veranderingen en integreert daarmee de wereldoriënterende vakken op een natuurlijke en betekenisvolle wijze. De opzet maakt samenwerking noodzakelijk en differentiatie mogelijk. 

1. Wat eet ik in mijn tijd?

2. Waarmee wordt het eten klaargemaakt?

3. Wie zorgen er voor dat ik te eten krijg?

4. Uit welk gebied komt mijn voedsel?

5. Is er altijd voedsel?

6. Welke deel van de dag ben ik bezig met voedsel verzamelen, klaarmaken en eten?

7. Wat moet ik leren om in mijn tijd aan voedsel te komen?

8. Waarvan is het voedsel dat ik eet afhankelijk?

9. Wat heeft de manier waarop we in mijn tijd aan voedsel komen voor invloed op onze omgeving? 

Mens en Samenleving

39. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu

Ruimte

47. De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland

Tijd

51. De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren

52. De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; steden en staten; televisie en computer

Bij elke vraag kunnen leerlingen uit drie niveau's kiezen om deze te beantwoorden.
De niveau's doen een toenemend beroep op de vaardigheden van leerlingen om informatie te zoeken, te combineren, te integreren en te presenteren. 

De structuur van het programma is gericht op het bevorderen van samenwerkend leren.

Aan de hand van acht vragen worden leerlingen expert over voeding in de tijd van Jagers-Verzamelaars, Steden en Staten óf de huidige tijd. Daarna worden er groepjes gevormd rond de acht vragen waarbij de vraag centraal staat welke verandering heeft plaatsgevonden en wat daarvan de betekenis is. In deze groepjes is elke leerling expert vanuit een bepaalde tijdsperiode.

De kinderen kiezen bij een taak voor een duidelijk omschreven doel dat ze gaan realiseren. Dit doel helpt hen om ook bij de meer open vormen gericht te zoeken en te denken. Aan de hand van het doel kan het resultaat van het werk gericht worden geevalueerd. Eerst doet u dat met de kinderen, maar probeer de groep daar steeds meer zelf verantwoordelijk voor te maken.

Scholen in Wageningen

Een echte aanrader bij het programma is de speurtocht in de stad. Kinderen kunnen deze met hun ouders uitvoeren met behulp van een Smartphone (Android besturingssyteem). Zie de informatiepagina over dit onderdeel.